Naar aanleiding van het voorgaande artikel presenteerde ik een nieuwe luchtreiniger met A.I.-motor, de BRISE C200. De beste manier om de efficiëntie van een luchtreiniger te bewijzen, is over het algemeen door te meten met een gerespecteerde onafhankelijke AQ-monitor op het moment dat de luchtkwaliteit wordt verstoord. Dat is wat ik deed. Voor de metingen maakte ik gebruik van de uRAd A3 Monitor; het apparaat plaatste ik vlakbij de luchtreiniger.
In eerste instantie had ik de luchtreiniger uit staan, omdat ik niet wilde dat de A.I.-motor aan het werk ging voordat ik in de gelegenheid was de gebeurtenis te registreren. Op het moment dat een PM2.5-piek werd geregistreerd (zoals je kunt zien in onderstaande afbeelding, van 4μg/m3 tot 26μg/m3), schakelde ik de luchtreiniger in en de luchtkwaliteit in de kamer verbeterde onmiddellijk. Toen de PM2.5-concentratie terug was op normaal niveau, schakelde de luchtreiniger zichzelf uit.
In de foto hieronder zie je het FC200 vier-in-een Combo-filter na één maand gebruik. Het carbon voorfilter heeft PM10-deeltjes, haren, stof en zelfs een klein dood spinnetje gezuiverd uit de luchtstroom van de luchtreiniger in turbo-stand. Vervolgens zie je het blauwe antibacterieel filter, en daaronder het HEPA-filter dat ervoor zorgt dat alle PM2.5-deeltjes uit de lucht worden gehaald. Tot slot absorbeert het TiO2-filter de schadelijke chemische dampen uit de lucht.
Ik wilde het experiment met de BRISE C200 luchtreiniger herhalen met een andere AQ-monitor in een andere ruimte en op een andere dag. Met de hulp van een AirVisual AQM-monitor, stelde ik de BRISE C200 op in mijn slaapkamer. Deze keer duurde het 14 minuten in Turbo modus om de lucht te zuiveren; de slaapkamer is namelijk wat groter. Op het moment dat de luchtreiniger een concentratie bereikte van ±1μg/m3, schakelde ik hem uit en met de deur dicht bleef de lucht schoon. Zodra ik echter de deur opende, ging de luchtkwaliteit achteruit. In onderstaande afbeelding zie je de resultaten.
Original article from #SeeTheAir